De identiteit van het landschap van de Morvan is verbonden met de omheinde akkers en weilanden die nog steeds de grenzen van veel kleine percelen markeert. Er worden verschillende omheiningstechnieken gebruikt, waaronder al dan niet geweven heggen, droge stenen muurtjes en prikkeldraad. Na eeuwen van gemengde landbouw (rogge, tarwe, haver, boekweit, gerst, enz.) aangevuld met een kleine hoeveelheid veeteelt, specialiseerde de landbouw in de Morvan zich na 1960 in het fokken van Charolais-runderen (jonge dieren die worden verkocht om mee te fokken of vet te mesten).

Vandaag de dag gaat de bocage achteruit door de geleidelijke consolidatie van percelen, het ontwortelen van heggen die zijn vervangen door prikkeldraad, het kappen van afgelegen land en de toename van het bosareaal. Het beschermen van dit kwetsbare landschap is zowel vanuit landbouwoogpunt (om het vee te beschermen tegen de grillen van het weer) als vanuit milieuoogpunt noodzakelijk. De bocage is een rijke biotoop. Naast de ongeveer dertig struiksoorten die in de heggen te vinden zijn, herbergt het een aantal plant- en diersoorten die tot het erfgoed behoren, zoals de appelbes, de salomonszegel, de kramsvogel, de steenuil, de bonte specht, de sperwer, de tweestaartspitsmuis en de kleine rhinolophus.

En résumé